JAARNIEUWS

Gedurende het bestaan van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting (FE OB), kunnen zich wijzigingen voordoen, waardoor de fiscale eenheid ophoudt te bestaan of doorgaat in een andere samenstelling. Denk hierbij aan een opheffing of fusie, een splitsing, het toevoegen van een nieuwe deelnemer of de verkoop van aandelen. Weet dan, dat het van groot belang is om een wijziging bij een deelnemer aan de FE OB tijdig schriftelijk te melden bij de Belastingdienst. Doet u dit niet of niet tijdig dan betekent dit dat een uittredende (rechts)persoon uit de fiscale eenheid hoofdelijk aansprakelijk blijft voor de btw-schulden van de fiscale eenheid tot het moment van melding bij de Belastingdienst. Daarnaast blijven de (rechts)personen in de FE OB hoofdelijk aansprakelijk voor de btw-schulden van de uitgetreden (rechts)persoon tot het moment van melding bij de Belastingdienst.
Tip
Zolang de wijziging niet schriftelijk wordt doorgegeven aan de Belastingdienst, blijft de hoofdelijke aansprakelijkheid bestaan. Als de Belastingdienst zelf een wijziging vaststelt, wordt de dagtekening van de beschikking als datum aangehouden.

De grens waarboven u over schulden bij uw eigen bv box 2-belasting moet betalen is dit jaar gelijk gebleven aan 2024, namelijk € 500.000. Aan het eind van het jaar controleert de Belastingdienst de schuldenlast bij uw eigen bv. Heeft u een eigenwoningschuld bij uw eigen bv? Dan telt deze schuld niet mee. Maar let op: is deze schuld afgesloten na 31 december 2022, dan geldt deze uitzondering alleen als u een hypotheekrecht heeft verstrekt aan uw bv! Onder ‘eigenwoningschuld’ valt in dit verband alleen de schuld die u bent aangegaan voor de woning die u als hoofdverblijf gebruikt en dus niet voor uw tweede woning of vakantiehuis. Bedragen de overige schulden aan uw eigen bv meer dan € 500.000, dan zult u dit jaar waarschijnlijk moeten aflossen op deze schulden om aan de box-2-belasting te ontkomen.
Tip
Gaat u een eigenwoningschuld aan met uw eigen bv? Zorg er dan voor dat u een hypotheekrecht verstrekt aan uw bv. Anders valt deze schuld niet onder de uitzondering!

Heeft u in uw bedrijf praktijkplaatsen aangeboden voor een werkzoekende of een werkende met betaalde arbeid. U kunt dan mogelijk gebruikmaken van de ‘Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg’. Het aanvraagloket is sinds 3 november jl. geopend. De subsidie is een tegemoetkoming van maximaal € 2.700 voor de kosten die een erkend leerbedrijf maakt voor het begeleiden bij de beroepspraktijkvorming van een mbo-student in de derde leerweg. Alleen kortlopende bij- en omscholing komt in aanmerking voor deze subsidie. ‘Kortlopend’ wil in dit verband zeggen maximaal 52 weken, waarvan er maximaal 40 in aanmerking komen voor subsidie. U kunt uw aanvraag tot en met vrijdag 28 november 2025 indienen bij de RVO.
Tip
Wilt u gebruikmaken van deze subsidiekans? Zorg er dan voor dat u de aanvraag uiterlijk 28 november 2025 heeft ingediend.

Cryptovaluta behoren – net als andere vermogensbestanddelen – tot uw box-3-vermogen en dus moet u die ook aangeven in uw aangifte inkomstenbelasting. Heeft u dat nog niet gedaan? Weet dan, dat u dit jaar nog gebruik kunt maken van de inkeerregeling. Hiermee kunt u uw aangifte verbeteren. Het moet wel een ‘vrijwillige verbetering’ zijn. Dit komt erop neer dat de inkeerregeling alleen geldt zolang u niet weet of moet vermoeden dat de Belastingdienst bekend zal worden met uw cryptobezit. Bij een rechtsgeldige inkeer legt de inspecteur geen of alleen een gematigde boete op bij de alsnog verschuldigde belasting. Het is raadzaam om nog dit jaar in te keren. Vanaf 1 januari 2026 moeten cryptoplatforms namelijk aan de Belastingdienst doorgeven wie hoeveel cryptovaluta bezit en welke transacties daarmee zijn gedaan. Een vrijwillige verbetering is dan waarschijnlijk niet meer mogelijk.
Tip
Heeft u uw cryptobezit nog niet opgegeven aan de Belastingdienst? Doe dat dan alsnog vóór het einde van het jaar. Rechtsgeldig inkeren is vanaf 1 januari 2026 waarschijnlijk niet meer mogelijk.

Als alternatief voor extra aflossen op uw hypotheek kunt u de beschikbare liquiditeiten gebruiken voor een extra oudedagsvoorziening in de vorm van een lijfrente, met gebruikmaking van de jaar- en reserveringsruimte. Zeker wanneer uw inkomen vanaf de pensioenleeftijd laag is, kunt u dit als optie meenemen. Daarmee ontstaat belastingvoordeel in box 1 (de lijfrentepremie of -inleg is aftrekbaar), terwijl u de opgebouwde waarde later kunt inzetten om een tijdelijke oudedagslijfrente aan te kopen. De hypotheeklasten zijn daarmee na pensionering (beter) te dragen. Ten aanzien van de uitkeringsperiode kunt u hierbij denken aan de resterende looptijd van de lening na pensioenleeftijd, rekening houdend met de lijfrentevoorwaarden. Zowel met een eenmalige storting als met een periodieke inleg is dit te bereiken. Dit kan daarom interessanter zijn dan een extra aflossing.
Tip
In beide gevallen (aflossen of lijfrente) zit het geld vast, namelijk in stenen of in lijfrente. Maar een lijfrente biedt meer flexibiliteit in uitkeringsmogelijkheden.

De verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn achter de rug. Het vormen van een nieuwe regering kan beginnen. Een van de grote thema’s tijdens de verkiezingsstrijd was de hypotheekrenteaftrek. Hoewel het nog onzeker is of deze aftrek op termijn gaat verdwijnen, overweegt u wellicht om uw hypotheek sneller af te lossen. Dit speelt vooral bij aflossingsvrije hypotheken of bij op latere leeftijd afgesloten hypotheken. Een hoge hypotheeklast kan zwaar drukken op het besteedbaar inkomen, zeker wanneer uw pensioeninkomen lager is dan het inkomen tijdens uw werkzame leven. Maar wat levert extra aflossen u op? Een eenmalige aflossing lijkt aantrekkelijk, maar het effect hiervan is mogelijk beperkt. Structureel extra aflossen, bijvoorbeeld maandelijks of jaarlijks, kan er daarentegen voor zorgen dat uw hypotheek tegen pensioendatum volledig is verdwenen. Dat kost gedurende uw werkzame leven iets meer liquiditeit, maar levert op de pensioendatum veel rust op.
Tip
Structureel extra aflossen brengt rust op de pensioendatum. De maandlasten dalen blijvend en door de (eventuele) afbouw van hypotheekrenteaftrek wordt dit voordeel alleen maar sterker.

De woningmarkt is oververhit. Daarom wilt u uw kind graag helpen bij de aankoop van een eerste eigen woning. Nu de schenkingsvrijstelling eigen woning (de jubelton) niet meer mogelijk is, zijn er dan nog alternatieven? Ja, een alternatief zou kunnen zijn dat u uw kind een lening verstrekt. Daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. Zo moet het rentepercentage van de lening zakelijk zijn. Als richtlijn hiervoor gelden de gangbare hypotheekrentetarieven, maar de rente zal ook afhankelijk zijn van de leenvoorwaarden en ook het risicoprofiel van uw kind is van belang. Een optie kan ook zijn om de lening aan uw kind te combineren met een banklening. Daarnaast spelen ook andere aspecten een rol bij uw afweging om uw kind een lening te verstrekken. Denk aan de box-3-gevolgen voor uzelf en wat er met de lening in de toekomst moet gebeuren als u er mogelijk niet meer bent.
Tip
Met een familielening kunt u uw kind helpen bij de aankoop van een woning. Wilt u er zeker van zijn dat u daarbij alle relevante aspecten goed hebt meegewogen? Laat u dan bijstaan door een deskundig adviseur.

Onlangs is het loket geopend voor de aanvraag van subsidie uit de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++). Hiervoor is een budget van € 8 miljard beschikbaar. Het loket is open tot en met 6 november 2025. Wilt u uw bedrijf verduurzamen en heeft u interesse in deze subsidie? Bereid uw project dan goed voor door te onderzoeken aan welke (nieuwe) voorwaarden het project moet voldoen om voor de SDE++-subsidie in aanmerking te komen. De RVO neemt namelijk alleen complete aanvragen in behandeling. Is de aanvraagtermijn 2025 te kort om aan alle voorwaarden te voldoen? Stel uw aanvraag dan uit naar volgend jaar.
Tip
Onlangs is namelijk besloten om in 2026 opnieuw € 8 miljard budget beschikbaar te stellen voor deze subsidie. Dus ook volgend jaar kunt u nog SDE++-subsidie aanvragen.

Bepaalde belastingschulden verminderen niet de rendementsgrondslag van box 3. Dit kun je omzeilen door een voorlopige aanslag aan te vragen en deze voor het einde van het jaar te betalen. Op de peildatum van box 3 (1 januari) heeft het bedrag van de aanslag zo toch de box-3-grondslag verlaagd. Maar deze vlieger gaat niet op als de inspecteur de aanslag niet tijdig oplegt, waardoor je niet voor het einde van het jaar kunt betalen. Dat vindt de staatssecretaris niet rechtvaardig. Hij keurt daarom goed dat als je vóór 1 november van het jaar schriftelijk om een (nadere) voorlopige aanslag hebt verzocht, de desbetreffende belastingschuld al per 1 januari van het volgende jaar (peildatum) als betaald wordt beschouwd bij de berekening van de box-3-grondslag. Dus ook als je de aanslag nog niet hebt betaald. Dit geldt sinds 2023 ook voor de aanslag schenkbelasting.
Tip
Maak gebruik van deze goedkeuringen en zorg dat u tijdig verzoekt om een (nadere) voorlopige aanslag.

De kostengrens voor een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) gaat op 1 januari 2026 opnieuw omhoog. De grens wordt dan verhoogd van € 450.000 naar € 470.000. Koopt u een woning met energiebesparende voorzieningen en financiert u die mee? In dat geval wordt het plafond € 498.200 (in 2025: € 477.000). De NHG-premie is dit jaar verlaagd van 0,6% naar 0,4%. In 2026 blijft de premie 0,4%. Wat wel verandert is dat de NHG nog maar één NHG-kostengrens hanteert voor alle type woningen. Nu geldt er nog een aparte NHG-kostengrens voor woonwagens (€ 172.000) en woonwagenstandplaatsen (€ 61.000). Vanaf 2026 geldt de NHG-grens van € 470.000 voor de woonwagen en de standplaats tezamen.
Tip
Heb je koopplannen en wil je gebruikmaken van de NHG? In dat geval kan het verstandig zijn om daarmee te wachten tot 2026.
